vrijdag 28 maart 2008

Re: taal brandt

Dirk,

Re: "Het groteske blijkt ook de plaats in te nemen van een vacuum in onze verwoordingsdrang, daar waar er een verlamming van de taal optreedt: het stokken, haperen, falen van de benaming creëert een spanning die door een groteske invulling met stukjes en beetjes van het bekende wordt ingevuld."

Ik vraag me daarbij af of het haperen/falen van de benoeming vooraf gaat aan de vorming van een groteske figuur, of dat die figuur zich in het spreken dringt. Ik hoop het laatste, want ik zou het groteske zoveel mogelijk positief willen waarderen - al hoeft geen mens me daarin te volgen natuurlijk. Ik zou graag een ruimte op deze planeet willen reserveren voor wie zich op deze planeet niet meer thuisvoelt.

Nog iets anders: "neem een kip & een haas & een aap & een mens & een slang & kluts dat maar gezellig door mekaar dan krijg je wel wat".
Onlangs oogstte de "dichter" Ingmar Heytze op de Nederlandse tv nogal wat succes met een "gedicht" over een blender. Maar in een blender worden al deze mooie polysyndeta (de &-en) tot moes verpulverd, en dat moet niet. Ook willen we niet wat krijgen; het incompatibele is al wat we nodig hebben - en nu begrijp ik plotseling ook wat Lyotard in dit discours te zoeken heeft. De groteske beoogt géén alchemie: er wordt geen steen der wijzen gekookt uit een prima materia onder een gedurig brandend vlammetje. Er is géén ontwikkeling, maar verstarring, wat misschien toch niet hetzelfde is als verstening.

Over je mail, de brandende taal en de rest van je fraaie post denk ik na. Die Forderung des Tages, etc.

Geen opmerkingen: