zondag 30 maart 2008

Re: 't slenterende keurslijf

Rutger,

Dit gaat toch effie duren vooraleer ik die post verwerkt heb, ik vind het zo op het eerste zicht eigenlijk 1 en al post-modern om een astrologisch discours te gebruiken als woordelijke figuur om het groteske individu te vatten. In die zin is het enkel een kwestie van een voldoende hoge resolutie , verfijning in het basisveld waarbinnen je een figuur tekent om de analogie te kunnen overbrengen, of eigenlijk al niet meer een analogie, maar de gedachtenbeweging zelf.

Dat sluit overigens mooi aan bij mijn lectuur van Lieven de Cauter's Benjamin boek, ik ben daar al effie mee zoet, het is één van de twintig boeken waar ik ergens middenin zit. Benjamin, zoals de Cauter hem beschrijft want dat Duits van Benjamin is aan mij voorlopig niet besteed, gebruikt immers op een soortgelijke wijze het joods-messianistisch gedachtengoed om een 'materialistische' beweging in zijn kritiek te leggen.

Zelf gebruik ik soms ook de raarste teksten om een gedachtenkronkel 'vatbaar' te maken, maar dat gaat dan eerder over een aanvoelen van de aard van de beweging dat over een fixeren van een Idee, want dat is slechts het afval van die beweging en dus secundair.

Het sluit dus, een beethje verderop, dan toch ook weer aan bij wat ik daar poneer met dat 'transhumane' perspectief, maar ik heb dan wel heel erg grote reserves bij de manier waarop mensen als Ray Kurzweil van een aangereikte vinger een arm maken om de hele wereld hun visioenen in te meppen, en dan natuurlijk de hele wereld met veel centen eerst. Dat is wat mij betreft een verfoeilijke recuperatie van een vooruitgangsdenken waar we eigenlijk bijna van af leken te zijn, maar dat dachten we over het religieuze fanatisme ook al effie.

Dus heb ik het daaromtrent liever over een a-humaan perspectief, om de verleiding niet aan te zwengelen om toch weer in levels en gradaties van verlossing beginnen te denken. Dat zint mij bij Benjamin overigens ook niet, dat zijn denken uiteindelijk ook weer een (wan)hoopsdenken is, mij intuitie dwingt mij altijd naar een appreciatie van het onmiddelijke ten nadele van een tijdsgebonden constructie, een gaan naar. Het gaan gaat zo wel, dat heeft geen af of op nodig, voor mij.

Wat dat betreft moet ik bij zo'n astrologisch discours niet meer of niet minder 'buiten de haakjes' zetten als bij eender ander discours dat dan wel de status van wetenschappelijkheid kan claimen. Dat wil dan ook weer niet zeggen dat ik de wetenschap als paradigma in vraag stel, toch niet met de aanvaardbaarheid van astrologische redeneringen als inzet. Dat situeert zich eerder op een epistemologisch kader en dan nog verderop in een ontologisch perspectief waar er een richting dient genomen, telkens weer, maar van buitenaf lijkt dat een keuze, enfin dat wordt teveel nu, maar de rafels moeten er al zijn zodat er later aanknopingspunten te bespeuren zijn.

Dus, die mevrouw is al bij al 'n interessante wending, vind ik, toch.

dirk

Geen opmerkingen: