zondag 30 maart 2008

Re: 't slenterende keurslijf

Dirk,

"De rafels moeten er al zijn zodat er later aanknopingspunten te bespeuren zijn": weer een onvermoede parel. Met alle uitleg die je zo genereus biedt neem je langzamerhand de gestalte van goeroe voor me aan, dat is misschien ongemakkelijk, maar gelukkig ben ik al wat ouder dan toen in die Jaguar (ja, ik weet, ik mag het niet op mezelf projecteren), en gelukkig ben je Ray Kurzweil niet! - al vind ik dat fascinerend om te lezen hoor.

Verder ben en was ik me natuurlijk bewust van de moeilijkheid met die chaos en die volheid, het niets en elke tijdsgebonden constructie, de decadentie ervan - maar wat ik er toch van overhoud is die dichotomie verstarring/leven (als ik het zo goed uitdruk), die maakt dat ook een statisch beeld, een foto, kan trillen en bewegen, zachtjes van het leven waarmee het is geïnfuseerd.

Ik hoop over enige tijd weer een wat andere richting uit te gaan - ook al zou ik niet durven beweren dat ik het met het mythische gehad heb. En ja, dat het postmodern oogt begrijp ik natuurlijk, maar het is door mij niet als zodanig gemotiveerd; - wat niet wil zeggen dat ik in de astrologie 'geloof' of aanspraken t.a.v. de wetenschappelijkheid ervan zou willen maken, maar wel dat ik er een bron van wijsheid in zie. Ik neem die analogie grotesk-duivel-steenbok-judas (die natuurlijk voor uitbreiding vatbaar is; sterker, die móet worden uitgebreid, als een woekering) dan ook serieus vooralsnog.

Het is ook wat ik lees, en wie ik ben - en wie ik ben is natuurlijk ook wat ik lees - waardoor ik hiermee kom: inderdaad een soort afval, een technisch laagstandje, nog geen exploratie van nieuw gebied. Het grootste probleem ermee is allicht dat hier het groteske volledig geïntegreerd zou kunnen worden in een systeem; dat een systeem in het groteske zou voorzien, en dan nog wel een reeks niet van a tot z maar van a tot A. - Wat toch niet wegneemt dat Judas onmisbaar is voor Jezus... Ik hoop dat je me toestaat dat ik dergelijke termen - eigennamen zijn het nauwelijks - blijf introduceren, niet bij wijze van postmoderne of groteske geste, maar totdat ze - beginnen te rafelen, en ik wat beter kan aanklampen.

Dirk, deze passage:

"Zo'n ideëel maatschappelijk bestel bestaat uiteraard niet, en we zien in de praktijk dan ook in tijden van grote crisis het groteske bijna als een mainstream het culturele veld overspoelen, aan de hand van monsterverbonden bv met het eschatologische doemdenken waarvan het de door het kritieke opgewekte energie behoudt, maar waarvan het het negatieve door kortsluiting met het obscene dusdanig belachelijk maakt dat de apocalyptische vermaningen tot groot vermaak van het publiek ombuigen naar een anarchistisch egocentrisme, een 'retour' naar het primaire die alles en iedereen een lachspiegel voorhoudt. Het is dus laat het werken, dat het gedaan is."

Eerst ging ik je vragen welke verbinding dat is tussen het eschatologische doemdenken en het obscene, en welke lachspiegel je bedoelt - maar nu met die Kurzweil - een futurist met zo'n naam! - begrijp ik beter wat je bedoelt; misschien dat obscene nog niet helemaal - maar vooral ook de laatste vetgedrukte zin niet; ik weet niet hoe ik die moet lezen. Dan later pik ik het wel weer op: "een monstrosum dat dient om het bekende door middel van net dat groteske te vatten, ex negativo als het ware" - heel even flitst Levinas daar door me heen.

Het is een genot je te lezen; je slaat voortdurend bressen en maakt langzamerhand een Henry Moore van me: een grotesk lichaam, vol gaten. Morgen verder met je tekst. Half slapend, uitgeput van het onafgebroken lichtstaren een hele dag lang, ook ik,

Zeer goede groet,

Rutger

Geen opmerkingen: