dinsdag 15 april 2008

Re: Griep

Rutger,

'k wou weten waar die middaghitte was, opdat ik ook zou kunnen tasten, want het hagelt hier maar

met aprilse grilligheid. Ik kwam hier op uit, August Vermeylen:

MISANTHROPIE

Menschen zijn lelijk, met hun lijf mismaakt
Door 't zwoegen, 't droevig kleed en eeuw'ge ziekten
Hun geest is laf, of zij voor 't leven schrikten
't Onloofbare, dat rond uw schijn-zijn waakt

Verkracht smartvleesch, dat nooit de banden braak
Waarin u wevers van den dood verstrikten
Uit duistren nacht! Vleeschoogen die uw blik ten
Hemel nooit hieft, en maar wat stoflijks raakt

Uw beendren zijn verkankerd door de zonde
'k Zou, als 'k uw bleeke mom afscheuren konde
'n Beestmuil zien grijnzen. Dóód zijt gij; gesmoord

Dóód is uw vlam.  Rondtastend draait ge, als beesten
Verplet ge elkaar, te zoeken naar één Woord
Dat lang vergeten is uit menschengeesten.


die blik ten! bij die vleesogen! o hemelse stoflijkheid!

Er zit een Muze diep geborgen in de Geugleklieren, ze stipt ons resultaten aan waarin zijzelf heur afgescheurde kleed in repen droog laat zwieren, zodat wij wanhopig tastend naar haar zoeke lijf met museaal gebazel alle tijd om niet verliezen.

dirk




 

 

Geen opmerkingen: