dinsdag 15 april 2008

Griep

Dirk,

Dat klinkt de volgende ochtend allicht wat korzelig, en dát is niet de bedoeling. Het is niet dat ik het wel geloof of in mijn pet gooi wat je schrijft, want ik lees alles juist 'nauwgezet en wanhopig' (daar gaat die literator weer) maar ben in dit stadium van mijn 'ontwikkeling' - waarom die aanhalingstekens? omdat het woord een definietsel behoeft, niet om het vast te leggen, maar om er openingen voor te vinden - niet goed genoeg toegerust hiervoor. Wat kan ik doen? Proberen de achterstand in te lopen, en tussentijds verslag te doen van mijn bevindingen. Geen geplande fasen dus, maar om de zoveel dagen (bladzijden) een plasje tegen de ingang van de grot.
Je ziet, ik zit er maar mee. Enfin, 't geeft niet.
't Valt me op dat Van den Oever evenals Vaessens en Joosten destijds in hun boek over <postmoderne poëzie> erop wijst dat sommige leeshoudingen, m.n. de ergocentrische van Merlyn, al evenmin is toegerust om deze poëzie tot haar recht te laten komen. Net als 'postmodern' zou het predikaat 'grotesk' een erkenning zijn van het tekortschieten van de eigen theoretische kaders. Ik ben benieuwd of ze nog ingaat op de verschillen tussen die twee, en ook op het verschil met het sublieme. Maar misschien zijn al dergelijke noties je te abstract?

Rutger

Geen opmerkingen: